TERUG NAAR ARTIKEL

DE EIGENAARDIGE DR. CROSS

de Roswell metaalkundige

Door: Anthony Bragalia

31 mei 2009

Vertaling: Paul Harmans

Bron: http://ufocon.blogspot.com/2009/05/roswell-metal-scientist-curious-dr.html


Onlangs ondernomen onderzoek laat zien dat het aannemelijk is dat een wetenschapper aan het bejubelde Battelle Memorial Institute - Dr. Howard C. Cross - de leiding had over een studie naar Roswell-achtig ‘geheugenmetaal’ dat onder contract van de Wright Patterson luchtmachtbasis kort na de crash in 1947 werd uitgevoerd. Nieuw ontdekte details bevestigen dat Cross een dubbelleven leidde, hij was zowel een metaaldeskundige als een geheime UFO-onderzoeker voor de regering.

Wrakstukken van geheugenmetaal (of vormherstellend) werden overtuigend gemeld door vele getuigen van de Roswell-crash in 1947. In een eerder artikel dat op deze website verscheen, werd onthuld dat het laboratorium dat door Wright Patterson onmiddellijk in de maanden na de crash werd gecontracteerd om de studies aan te vangen betreffende het Roswell geheugenmetaal, het Battelle Memorial Institute was. Wright Patterson wordt door vele getuigen genoemd (en het staat ook in een geverifieerde FBI memo geschreven door agent Percy Wyly) als de absolute basis waarnaar de wrakstukken van Roswell per vliegtuig zijn overgebracht.

Zoals in grote trekken weergeven in dat eerste artikel over de Battelle/Roswell connectie, is het bestaan van Battelle-rapporten over geheugenmetaal bevestigd in voetnoten die werden ontdekt in metallurgische studies die werden uitgevoerd door andere organisaties die onder auspiciën van Wright Patterson werkten. Deze voetnoten halen een (nog steeds zoek zijnd) tweede voortgangsrapport geschreven in 1949 van Battelle aan waarin de ontwikkeling wordt besproken van een legering van Nikkel en Titanium. Deze legering is Nitinol, dat vooralsnog ’s werelds beste eigenschappen vertoont op het gebied van vormherstel. Het is veelzeggend dat dit de eerste keer was dat een metaallegering door het Amerikaanse leger werd bestudeerd en dat het de potentie had zich de originele vorm te ‘herinneren’. Gebaseerd op de secties van de studie waaraan de voetnoten refereren, weten we dat het tweede voortgangsrapport van Battelle een eerste en ooit weergegeven fasediagram over Nikkel en Titanium geeft en dat nodig is voor het vervaardigen van geheugenmetaal. Al deze studies die deze voetnoten bevatten naar het Battelle rapport gaan ook over de ontwikkeling van vormherstellende metalen en werden geschreven na de ‘officiële’ ontdekking van Nitinol.

Onder dit militaire contract van Wright Patterson moest Battelle nieuwe analyses en pogingen ondernemen op metallurgische processen met Nikkel en Titanium, welke - mits via een speciaal procédé bewerkt en gecombineerd - Nitinol kunnen voortbrengen, een ‘vormend metaal’ gelijk aan dat wat wordt gemeld van het Roswell-materiaal. Citaten naar wat uiteraard moet bestaan - Battelle’s ‘First Progress Report’ (eerste voortgangsrapport) aangaande het geheugenmetaal zijn niet gevonden. De voetnoten die zijn gevonden en die verwijzen naar het tweede voortgangsrapport over geheugenmetaal worden volledig weergegeven op pagina 274 van het bijgewerkte en opnieuw uitgebrachte boek Witness to Roswell.

In het eerdere artikel over dit onderwerp werd onthuld dat het Battelle’s Dr. Howard Cross was die zeer aannemelijk deze vroege op Roswell geïnspireerde studies naar geheugenmetaal leidde.

Dr. Cross was Battelle’s Titaniumexpert. In de late jaren ’40 ‘voedde’ dr. Cross technische informatie over Titanium (een metaal wat nodig is om geheugenmetaal te maken) aan het laboratorium van de Amerikaanse marine. Dat is het laboratorium waarvan enkele jaren later wordt gezegd dat het ‘officieel’ het geheugenmetaal uitvond.

Een korte referentie, gevonden in een decennia oud regeringsrapport, laat zien dat een technisch samenvattingsrapport getiteld ‘Titanium Base Alloys’ (op Titanium gebaseerde legeringen) is geschreven door de metallurg van Battelle, Dr. Howard Clinton Cross. Het rapport werd door hem in december 1948 gepresenteerd aan het Office of Naval Research. Het Office of Naval Research is de exacte plaats waar het ‘geheugenmetaal’ Nitinol (een Nikkel/Titanium legering) zogenaamd een decennium later zou worden ‘ontdekt’! Titanium (in zijn puurst mogelijke vorm) is nodig om in combinatie met Nikkel Nitinol te vervaardigen. Titanium was een belangrijk element voor dr. Cross en zijn organisatie experimenteerde daarmee in combinatie met Nikkel in de maanden onmiddellijk volgend op de Roswell-crash.

Andere details over dr. Cross onthullen dat hij een zeer bijzondere achtergrond had. Cross leidde het legeringsonderzoek van Battelle in de late jaren ’40. Gedurende vele jaren, volgens de rapporten van de studies die hij schreef, had hij de leiding over het onderzoekswerk op verschillende materialenwetenschappen en technische gebieden, inclusief Titanium. Maar vreemd genoeg hielp hij in de vroege jaren ’50 ook bij het leiden van Battelle’s UFO-onderzoek ‘Project Blue Book’, gesponsord door de Amerikaanse luchtmacht. Andere informatie die hieronder wordt weergegeven laat zien dat Cross na het Roswell-incident stilletjes - maar zeer nauw - samenwerkte met de hoofden van verschillende departementen van de Amerikaanse overheid op de diverse aspecten van het UFO-fenomeen.

Waarom zouden metallurgen die in 1948 exotische legeringen bestuderen, later helpen met het leiden van studies van Battelle op het gebied van vliegende schotels, gesponsord door de overheid? Het is heel aannemelijk dat zoiets komt omdat dr. Cross het geheugenmetaal van Roswell had bestudeerd. Hij had de technische kennis van de constructie van het voertuig en kreeg betrouwbaarheidsverklaringen die hem tot een waardevolle aanwinst maakte voor het Amerikaanse leger en de inlichtingendiensten bij het analyseren en onderzoeken van met name complexe UFO-gevallen. Nieuwe informatie onthult dat dr. Cross veel meer was dan een ‘gewone metallurg’ die werkte met Titaniumlegeringen. Ondanks dat is Cross een persoon waarvan het moeilijk is om informatie over te vergaren (en nu pas begrijpen we waarom dat zo is), zijn naam duikt op de meest vreemde plaatsen op. De metallurg van Battelle was zo belangrijk dat hij in staat was vrij om te gaan met de hoofden van het Amerikaanse Office of Naval Research, de CIA en de inlichtingendienst van de luchtmacht. Zijn dubbelleven en zijn geheime verhoudingen met de belangrijkste echelons van de Amerikaanse regering op het gebied van UFO-zaken van na Roswell zijn pas achteraf duidelijk geworden.

Cross werkte waarschijnlijk aan het Project Blue Book Report no. 14 van de luchtmacht en aan andere UFO-studies van de overheid.
Cross schreef op 9 januari 1953 een memo (met een stempel ‘Secret’ in rode inkt) aan kolonel Miles E. Goll van de Wright Patterson luchtmachtbasis. Goll was in die tijd het hoofd van de inlichtingenanalyse voor het Air Materiel Command (leiding luchtmaterieel). Daarin maakt Cross duidelijke dat hij de autoriteit heeft om officieel te spreken aangaande Battelle’s UFO-werk voor de regering. In de memo dringt Cross erop aan dat Wright Patterson het werk aan de CIA UFO-studiegroep, het Robertson Panel uitstelt. Cross wilde dat Battelle eerst het werk afmaakte van de door de luchtmacht opgedragen statistische studie over UFO’s, later bekend als het Project Blue Book ‘Report no. 14’. De CIA zelf ging te rade bij Cross en ging met hem in discussie over het nut van uitstel. Uiteindelijk werden de CIA en Battelle overruled door de luchtmacht. Informatie die nu naar voren komt lijkt er op te wijzen dat het ook Battelle was die tevens het (ontbrekende) Project Blue Book Report No. 13 schreef, het rapport dat onmiddellijk vooraf ging aan het door Battelle geschreven Report No. 14. Sommigen denken dat het Report No. 13 is dat de details weergeeft over het ontdekte wrakmateriaal bij Roswell.

Cross was obsessief vertrouwelijk over zijn werk
Cross was obsessief vertrouwelijk en wilde niet dat Battelle zijn naam aanhaalde in haar Blue Book UFO-studies voor Wright Patterson. Hij wilde een geheim schrijverschap en eiste dat Battelle zijn naam niet gebruikte. De leider van Project Blue Book, Edward Ruppelt, refereerde - in een boek dat hij jaren later schreef - aan de Battelle UFO-studies enkel en alleen als ‘Project Bear’. Alweer, ondanks dat hij een leidende positie bij Battelle had en actief was bij UFO-studies voor de luchtmacht, heeft de geschiedenis het voor elkaar gekregen dr. Cross te beschermen. Er is publiekelijk weinig beschikbaar over deze gesloten man, en nu weten we waarom dat zo is. Cross versluierde zelfs zijn naam. In zowel zijn metallurgische werk als bij zijn werk in de UFO-studies voor de overheid identificeerde hij zichzelf regelmatig als ‘H.C. Cross’, ‘Howard Cross’ of simpel als ‘Dr. Cross’. Handtekeningen of foto’s van dr. Cross zijn nooit gevonden.

Cross schreef het raadselachtige ‘Pentacle’ UFO-memo aan Wright Patterson

(Klik hier om het full size Pentacle memo te lezen)

Decennia nadat het was geschreven, in 1953, werd er onder ongewone omstandigheden een memo ontdekt gemerkt ‘Secret’. Het wordt soms het ‘Pentacle’ memo genoemd en het is geschreven door Battelle’s Howard Cross. Dr. Cross richtte deze brief aan kolonel Miles Goll van het Air Materiel Command. In de memo dringt Cross er bij de luchtmacht op aan een vreemde UFO-gerelateerde operatie te overwegen. Cross typte alleen zijn naam ‘H.C. Cross’ onder het document, maar ondertekende het niet. In dit document geeft Cross in grote trekken een schema voor de luchtmacht weer om de verschijning van kunstmatige UFO’s op poten te zetten. Cross wilde zien hoe de ‘doelbevolking’ haar ‘waarnemingen’ rapporteerde en wat de impact van deze UFO’s op hen zou zijn. Er is geen bewijs dat dit ooit werd uitgevoerd. We kunnen hieruit opmaken dat dr. Cross niet alleen metaalstudies aan het Battelle leidde (en de statische analyse van UFO-studies voor Blue Book begeleidde), maar dat hij tevens de psychologische- en observatieaspecten van het fenomeen met de inlichtingendienst van de luchtmacht besprak. Cross was duidelijke zeer goed geïnformeerd over de vele facetten van het UFO-vraagstuk, iets dat zeer curieus is gegeven het feit dat hij officieel slechts een ‘metallurg’ was.

In 1968 benaderde de beroemde UFO-wetenschapper van de Amerikaanse luchtmacht, Dr. J. Allen Hynek, Cross over de memo die onder de aandacht van Hynek was gebracht. Cross stemde ermee in om Hynek onder vier ogen te spreken, maar in plaats daarvan bracht Cross vier ‘collega’s’ mee. Toen Hynek begon met het aanhalen van zijn aantekeningen van de memo, graaide Cross opstandig het papier uit de handen van Hynek en sprak Hynek bestraffend toe dat het een ‘belegen verhaal’ was. Cross wilde de zaak duidelijk niet bespreken en hij kwam niet meer terug op de notities van Hynek. Hynek - eerder meegaand - stond versteld. Cross was een expert in de fysica van metalen. Zijn autoriteit en betrokkenheid bij verreikende UFO-studies is onmogelijk te bevatten, tenzij hij eerdere UFO-gerelateerde werkervaring had, misschien wel de materialen nodig bij de constructie van UFO’s.

Cross werkte op het gebied van UFO’s nauw samen met het hoofd analyse van Wright Patterson
Kolonel Miles Goll is de persoon aan wie Cross de hiervoor vermelde ‘Pentacle’ memo over UFO’s stuurde. Miles Goll is de sleutel op het Roswell-mysterie. Goll - zeer veelbetekenend - was het hoofd analyse van de zeer geheime ‘T-2’ unit van het Wright's Air Materiel Command. Goll’s groep had de opdracht om technische inlichtingen en de analyse vast te stellen van neergestorte vijandelijke vliegtuigen en andere geborgen technische zaken met defensietoepassingen. Als toevoeging daarop waren zij er ook om strategische, tactische of technologische ‘verrassingen’ te voorkomen. Ze moesten alle inlichtingen die waren verzameld aan de constructiesectie verschaffen zodat die het kon gebruiken bij de pogingen de technologie terug te ontwikkelen of te kopiëren. Ze waren ook gemachtigd om buitgemaakte vliegtuigtechnologie van vijandelijke landen over te dragen aan contractors van het Amerikaanse leger. En uiteindelijk deden zij ook aan het verschaffen van contra-inlichtingen om zodoende al deze activiteiten te versluieren of er verwarring over te laten ontstaan. Men wordt bijna gedwongen aan te nemen dat als Roswell een UFO-gerelateerde gebeurtenis was, dat Goll’s groep - de groep die samenwerkte met Battelle’s dr. Cross - er zeer zeker bij betrokken was. (Meer over de ‘betaalmeesters’ van de Battelle's/Wright Patterson connectie in een volgend artikel.)

Cross had een werkrelatie met het hoofd wetenschappelijke inlichtingen van de CIA over UFO’s
De metallurg van Battelle bezat zoveel ‘prestige’ dat hij op officiële gronden werd uitgenodigd door het hoofd wetenschappelijke inlichtingen van de CIA, H. Marshall Chadwell. In verslagen in het archief van de nu niet meer functionerende UFO-studiegroepering NICAP vinden we de aantekening:

’12 december 1952, CIA/OSI Chief Dr. H. Marshall Chadwell, Dr. HP Robertston en Fred Durant brengen een bezoek aan Project Blue Book en Battelle's Dr. Howard Cross.’

Zij die bekend zijn met de officiële UFO-studies van de overheid, zoals Project Blue Book en het Robertson Panel, zullen de bovenstaande namen herkennen, behalve de naam van dr. Cross.

Cross was nauw verbonden aan de voorloper van NASA
Dr. Vannevar Bush was ooit voorzitter van NACA, de organisatie welke de voorloper was van NASA. Het is aannemelijk dat Cross samenwerkte met Bush. Beschikbare documenten laten zien dat Cross met NACA overleg pleegde over potentiële ruimtevluchtmaterialen. Vannevar Bush is erbij betrokken en wordt genoemd in een memo van november 1952 van regeringsingenieur Wilbert Smith uit Canada:

‘Hun modus operandi zijn onbekend, maar intense pogingen worden ondernomen door een kleine groep voorgezeten door Vannevar Bush.’

Smith hoorde dit van Dr. Robert Sarbacher, die dat in 1985 aan een onderzoeker bevestigde. Sarbacher was een vooraanstaand Amerikaans natuurkundige en in de jaren ’50 een raadgever aan het ministerie van defensie. In een toekomstig artikel zal worden aangetoond dat Battelle het onderzoek naar geheugenmetaal doorschoof naar NASA. Vandaag de dag is NASA leidinggevend in het ontwikkelen van vormherstellende technologieën, inclusief die voor ruimtevaartuigtoepassingen in de toekomst.

Cross observeerde de lucht op zoek naar UFO’s
Cross had zijn eigen UFO-waarneming in 1951. Begraven in de files van Blue Book (en ingedeeld in de categorie ‘onbekend’) is er een vermelding dat:

‘Howard Cross van het Battelle Memorial Institute op 2 oktober in Columbus, Ohio, een ‘ongewoon heldere ovaal met een eraan vastzittende staart’ observeerde. OH. Cross vertelde de luchtmacht dat het rechtuit en op dezelfde hoogte vloog en na 1 minuut in de verte verdween’

Commandant van de Amerikaanse marine roept Cross op om de tijdens de UFO-golf van 1952 naar beneden gevallen brokstukken te onderzoeken
Volgens nieuwsartikelen en nader onderzoek van wijlen Todd Zechel, had de commandant van de Amerikaanse marine, Alvin Moore, tijdens de UFO-golf van 1952 een ongewone ‘afgebroken’ cilinder op zijn grond in een voorstad van DC gevonden. Moore vertelde Zechel dat hij het materiaal meenam naar ambtgenoten aan het National Bureau of Standards (NBS.) Hij vertelde dat deze wetenschappers en de CIA-wetenschappers alsook de wetenschapper van Battelle, het onderdeel onderzochten. De wetenschapper van Battelle was niemand minder dan Dr. Howard Cross. Moore zei: “Alleen Howard Cross van Battelle voor de luchtmacht, zei dat hij dacht dat het een stuk kon zijn van een siemens-martinoven, maar dat raakte kant noch wal omdat het stuk vanuit de lucht neerstortte.” Het stuk werd later als aards vastgesteld, maar van onbepaalde makelij. Cross was een expert in zowel metalen als UFO’s. Hij had een unieke metallurgische expertise verkregen (vanwege zijn toegang tot het wrakmateriaal van Roswell) vandaar dat de overheid vond dat het waardevol was hem te gebruiken bij andere mogelijke UFO-crashes.

Cross leidde dezelfde wetenschappers die in de late jaren ’40 Battelle’s ‘zoek zijnde’ voortgangsrapporten over geheugenmetaal schreven
Misschien het meest veelzeggende aan dr. Cross, is dat het bevestigd is dat hij nauw samenwerkte met de Battelle-wetenschapper L.W. Eastwood. Kopieën van rapporten die dr. Cross en L.W. Eastwood samen schreven staan op file en zijn beschikbaar voor inzage. Verbluffend is dat L.W. Eastwood in de late jaren ’40 één van de schrijvers is (samen met Craighead en Fawn) van Battelle’s zoek zijnde voortgangsrapporten aan Wright Patterson over het Nikkel/Titanium geheugenmetaal (Nitinol). Beschikbare informatie over Cross is moeilijk te vinden, maar in een metaalstudie die gevonden is wordt Cross aangehaald als de ‘onderzoeksleider’. Gegeven dit, en al het andere dat we over hem weten, is het heel goed mogelijk dat dr. Cross de chef was van de geheugenmetaalwetenschappers.

Dr. Howard Cross overleed in 1992. Uit zijn erfenis trachten we de connectie tussen Battelle en Roswell verder vast te stellen. Maar Battelle heeft aangetoond niet mee te willen werken. Als het aankomt op de rapporten van Battele waarin het over zowel het UFO-onderwerp gaat, als over hun vroege werk aan geheugenmetaal, dan zijn deze rapporten ‘zoek’.

Toekomstige artikelen zullen gaan over:

* Waarom de ‘officiële geschiedenis’ van Nitinol vol zit met gaten en onvolkomenheden.

* De identiteiten van Battelle's Wright Patterson ‘betaalmeesters’.

* Bizarre ‘invloeden van de geest’ testen ondernomen op Nitinol door het Amerikaanse leger en NASA door gebruik te maken van beweerde paranormaal begaafden om het materiaal te ‘vervormen’ via ‘energie van de geest’.

* Waarom ‘vervormen’ mogelijk de sleutel tot het UFO-mysterie is.

TERUG NAAR ARTIKEL